Ruim 3 weken na de marathon is de training weer (bijna) in volle gang en het eerste doel staat: de Montferlandrun (15 km) op 7 december. Het accent ligt nu in de training op relatief korte tempo's, minutenloopjes, heuvelsprints en krachttraining. Waar ik in de marathonvoorbereiding trainingen doe als 5 x 5km of 35 km progressief, moet je nu meer denken aan 15 x 1 minuut heuvelop, of tempo's van 400 meter tot 2 km. Het maken van veel kilometers is in deze periode uiteraard wat minder belangrijk. Waar ik in de marathonvoorbereiding rond de 190 km per week loop, zit ik in de komende weken rond de 150 km per week. De snelheid die ik in de vorige maanden heb verloren, verwacht ik op deze manier weer terug te winnen.
Ondertussen is het weer in Iten (Kenia) erg wisselvallig. Door zware regenval zijn veel paden onbegaanbaar. Het lopen in de regen is niet prettig hier, paden worden modderig en glad. Gelukkig is het tussen de regenbuien door zo warm dat alles binnen korte tijd opdroogt. Tot nu toe hebben we al onze trainingen kunnen uitvoeren, maar soms is er geen tijd voor een middagtukkie: we zitten vanaf 's ochtends vroeg in de huiskamer te wachten tot het moment dat het droog wordt, om dan snel te gaan trainen.
Kenia is nog steeds in een 'overwinningsroes' omdat hun zoon Obama president van Amerika wordt. In het Westen van Kenia, waar veel Luo's wonen (dezelfde stam als de vader van Obama) werd op 4 november zelfs gestemd. Kenianen stonden uren in de rij om hun stem uit te brengen op McCain of Obama en na afloop werden alle stemmen in het openbaar geteld. Het lijkt me duidelijk wie de winnaar was.
Een paar dagen later was ik in Kakamega, waar ik het jaarlijkse stierenvechten heb bijgewoond. Dit is een traditioneel feest, waarbij enkele stieren – omgeven door een menigte van duizenden toeschouwers – tegen elkaar vechten. De stieren worden het hele jaar getraind door een aantal coaches. Vlak voor het gevecht worden ze agressief gemaakt door de coach, die ze onder andere marihuana geeft. Steeds worden er twee stieren naar een groot veld geleid, waar ze tegen elkaar worden opgejut. Dat is wel nodig, want als de coaches niets doen, gaan de stieren gewoon lekker staan grazen. De winnaar van het gevecht moet vervolgens tegen de volgende stier vechten, net zolang tot er één stier als winnaar overblijft. Ik was toevallig in de stad om Hilda's broer te bezoeken en besloot het evenement bij te wonen, maar had niet verwacht dat het zou uitmonden in een sprinttraining. De meeste stieren zijn niet zo stoer als ze eruit zien en willen helemaal niet vechten. Ze draaien zich naar de meute toe (die op minder dan enkele meters van de vechtende stieren staat) en beginnen gewoon te rennen. Iedereen sprint alle kanten op, om te ontkomen aan de rennende stier, waarna de coach de stier weer naar het slagveld leidt. Dit gebeurt ongeveer elke minuut en ik heb heel wat sprintjes getrokken om niet oog in oog te komen met een vluchtende stier. Spannend en best leuk, maar ik zou het niet erg vinden als deze traditie verboden gaat worden – zoals een minister heeft voorgesteld.
Het viel me wel op hoe makkelijk ik liep als er een stier achter me aanzat. Misschien is dat een idee als ik straks in de eindsprint zit tijdens de Montferlandrun: me inbeelden dat er een stier achter me aanzit.